Tuinieren is een ontzettend leuke bezigheid waar je ook nog eens goed voor beloond wordt. Wanneer je je tuin goed verzorgt, kun je het hele jaar door genieten van prachtige kleurrijke bloemen, groene bomen en zelfgekweekte fruit en groente. Het is belangrijk dat je daarom goed weet waar je mee bezig bent. Niet alle planten en bloemen hebben namelijk dezelfde verzorging nodig en niet alles groeit goed bij elkaar.

Tip 1: koop het juiste gereedschap

Een goed gereedschap is het halve werk. Ben je daarom bewust van de gereedschappen die je nodig hebt voor het verzorgen van je tuin. Hiermee maak je het jezelf namelijk een stuk gemakkelijker. Hieronder een aantal essentiële tuingereedschappen.

Tuinhandschoentjes

Het kopen van tuinhandschoentjes is geen must, maar zorgt ervoor dat je na het tuinieren niet de modder onder je nagels hoeft weg te schrapen. Dit is dus een stuk hygiënischer dan wanneer je tuiniert met je blote handen en scheelt je een hele hoop tijd. 

Een schoffel

Een kun je gebruiken om de grond goed los te maken, voordat je gaat planten. Je hebt grote schoffels, die zeer geschikt zijn voor het schoffelen van perken en kleine schoffels voor het schoffelen van kleine tuintjes zoals een moestuinbak op poten

Een onkruidsteker 

Een essentieel stuk tuingereedschap is een goede onkruidsteker. Met een onkruidsteker haal je onkruid met wortel en al uit je tuin, waardoor de kans dat je deze teruggroeit veel kleiner is. 

Verschillende soorten scharen

Scharen zijn handig voor verschillende doeleinden in de tuin. Zo kun je met een snoeischaar makkelijk de heg snoeien of takken wegknippen. Daarnaast kun je met een schaar makkelijk groente en fruit oogsten, zonder de plant kapot te trekken. 

Tip 2: plant de juiste groenten, fruit en kruiden bij elkaar

Sommige planten in de tuin versterken elkaar en sommige kunnen andere planten juist flinke schade toebrengen. Daarom is het belangrijk om te weten welke planten je bij elkaar in de buurt kunt planten en welke je maar beter op een andere plaats kunt zetten. Aardappelen groeien bijvoorbeeld goed naast spinazie, munt en maïs, maar doen het minder goed bij tomaat, rode biet en selderij. Voor het kweken van de plantjes, zou je gebruik kunnen maken van een moestuinbak op poten. Meer informatie over de beste moestuinbakken kun je vinden op GezelligGroen.nl.

Tip 3: begin makkelijk 

Misschien ben je gek op de Passieflora of wil je niet liever dan het planten van prachtige orchideeën in de tuin. Dat klinkt leuk, maar doe het liever niet! Deze planten hebben namelijk erg veel verzorging nodig en dat is voor een beginnend tuinder niet aan te raden. Kies liever voor makkelijke planten, zoals voorgekweekte bladgroenten en makkelijke tuinplanten zoals siergras, bamboe, vetplanten of varens. 

Tip 4: maak een goede tuinplanning

Dit brengt ons bij de volgende tip, namelijk de essentie van een goede tuinplanning. Voordat de zaaitijd begint, is het goed om de ruimte die je hebt in kaart te brengen en goed te plannen welke planten je waar wilt planten. Ga je een moestuin maken? Dan is dit extra belangrijk vanwege de feiten van tip 2. 

Begin met het maken van een lijstje met alle groenten, fruit en kruiden die je wilt gebruiken. Kijk vervolgens naar de ruimte die je in je tuin hebt en teken deze uit. Vervolgens kun je de plantjes een plaats geven in je tekening, waarbij je rekening houdt met de planten die niet en wel goed bij elkaar kunnen staan. 

Tip 5: houd rekening met zaai- en oogsttijden 

Houd rekening met de zaai en oogsttijden van de planten om de opbrengst van je tuin zo veel mogelijk te optimaliseren. Wanneer je bijvoorbeeld iets plant dat in het najaar geoogst kan worden, kun je op deze plaats in het voorjaar weer iets nieuws zetten. Zo geniet je het hele jaar door van verse producten uit eigen tuin. 

Tip 6: kies de juiste standplaats

Niet elke plant doet het goed in de volle zon, want sommige planten hebben de voorkeur voor een schaduwrijke standplaats. Lees je dus goed in over de standplaats van je planten. Op de verpakking van de zaden kun je hier meestal meer informatie over terugvinden. Zie je een zonnetje? Dat betekent dat de plant van veel zon houdt. Een halve zon betekent een standplaats met af en toe  zon en af en toe schaduw en een maantje wordt meestal gebruikt voor het aangeven van een plant die van schaduw houdt. 

Tip 7: houd je tuin onkruidvrij

Op den duur zul je te maken krijgen met onkruid in je tuin. Onkruid is niet alleen een lelijk gezicht, het kan ook nog een zorgen voor een vertraging van de ontwikkeling van je planten. Voor de moestuin betekent dit dat je te maken krijgt met onderontwikkelde groente of zelf een kleinere oogst. Zorg er dus voor dat je onkruid meteen verwijdert en hierbij de wortels van de plant ook meeneemt. Zo kan het onkruid zich niet verspreiden en zal het je tuin niet overwoekeren. 

Tip 8: laat een grondonderzoek uitvoeren

De Nederlandse aarde bestaat uit verschillende lagen, die allemaal unieke eigenschappen hebben. Zo heeft de provincie Limburg overwegen veel silt (löss genaamd) en heeft de provincie Friesland veel harde kleigrond. Om je planten een goede start te geven, kun je een grondonderzoek laten uitvoeren. Zo weet je ook gelijk of je grond te nat is en meer drainage nodig heeft. 

Tip 9: zorg voor nuttige insecten in de tuin

Wanneer je van plan bent om een biologische moestuin te starten, kunnen insecten een goede hulp zijn. Bijen zijn bijvoorbeeld essentieel voor de bestuiving van fruitbomen en -planten. Lieveheersbeestjes eten schadelijke luizen op en wormen houden de grond luchtig. 

lieveheersbeestje

Tip 10: vergeet niet je tuin te bemesten

De meeste bomen, zoals fruitbomen, notenbomen en andere soorten bomen, hebben één tot twee keer per jaar een laagje mest nodig. Dit voedt de wortels en zorgt ervoor dat de boom gezond blijft. In de moestuin zijn er een aantal groenten die profiteren van een laagje mest, zoals tomaten, komkommers, paprika’s en pompoenen. Gebruik het liefste biologische meststoffen die je bij het tuincentrum kunt kopen.