Zelf je keuken ontwerpen klinkt misschien een beetje eng. Maar met de tools die er tegenwoordig zijn, is het eigenlijk best goed te doen. En het is ook gewoon leuk. Je kunt eindelijk die droomkeuken bouwen die je voor je ziet.
Begin met de voorbereiding
Voor je de computer aanzet of naar een showroom gaat, moet je voorbereidend werk doen. En ik bedoel echt werk. Niet even snel kijken maar goed bezig zijn. Meet je ruimte op. Niet één keer maar twee keer. Of drie keer. Zorg dat het klopt. Want als je straks met verkeerde maten een keuken ontwerpt, past het gewoon niet. En dat is zonde van je tijd. Noteer alles. Waar zitten ramen? Hoe groot zijn die? Waar zitten deuren? Naar welke kant gaan die open? Waar hangen radiatoren? Waar komen leidingen de keuken in? Waar zitten stopcontacten? Maak foto’s. Van alle kanten. En niet alleen van de lege muur maar ook van details. Die oude wateraansluiting. Dat rare hoekje bij het raam. Die scheefstaande muur. Het komt allemaal van pas.
Denk na over wat je wilt
Voordat je gaat tekenen, moet je weten wat je wilt. Klinkt logisch maar veel mensen slaan deze stap over. Ze beginnen gewoon te ontwerpen en dan blijkt halverwege dat ze eigenlijk iets heel anders willen. Wat bevalt niet aan je huidige keuken? Te weinig werkruimte? Te weinig opbergruimte? Te donker? Te rommelig? Schrijf het op. Want die dingen wil je in je nieuwe keuken oplossen. Hoe kook je? Elke dag uitgebreid of meestal snel iets? Kook je vaak samen of alleen? Eten vrienden vaak mee? Dat soort vragen bepalen wat voor keuken je nodig hebt.

Online keukenplanners zijn je vriend
Tegenwoordig hebben veel keukenzaken gratis online planners. Gewoon in je browser, geen downloads nodig. En ze zijn best goed. Je begint met het invoeren van je afmetingen. De lengte en breedte van je keuken. De hoogte van het plafond. Waar deuren en ramen zitten. De planner maakt dan automatisch een schets. Daarna sleep je kasten, apparaten en accessoires waar je ze hebben wilt. De meeste planners laten zien of het past en of er genoeg loopruimte overblijft. Handig. Je kunt meestal switchen tussen 2D overzicht en 3D beeld. In 3D zie je echt hoe het eruitziet. Van alle kanten bekijken. Inzoomen op details. Verlichting aanzetten. Best indrukwekkend eigenlijk.

Stijl en materialen kiezen
Dit is het leukste deel. Hoe moet je keuken eruitzien? Modern en strak? Landelijk en gezellig? Industrieel en stoer? Of die nieuwe Japandi-stijl met die rust? Bij het kiezen van fronten bepaal je grotendeels de uitstraling. Hoogglans wit is modern. Mat grijs is tijdloos. Hout is warm. Zwart is stoer. Combinaties kunnen ook natuurlijk. Het werkblad is ook belangrijk voor de look. Dik werkblad oogt robuust. Dun werkblad is moderner. Qua materiaal kun je alle kanten op. Van goedkoop kunststof tot luxe natuursteen.

Haal inspiratie overal vandaan
Weet je nog niet wat je wilt? Ga dan eerst rondkijken. Showrooms bezoeken is echt de moeite waard. Daar zie je hoe materialen er in het echt uitzien. Foto’s op internet zijn leuk maar niks vertelt je hoe iets aanvoelt. Verzamel afbeeldingen van keukens die je mooi vindt. Pinterest is daarvoor ideaal. Maak een bord en pin alles wat je aanspreekt. Na een tijdje zie je patronen. Blijkbaar hou je van witte keukens met houten accenten. Of van grijs met zwart. Of van kleur. Die patronen helpen bij het ontwerpen. Ook magazines doorbladeren kan helpen. Bij keuken inspiratie vind je genoeg om mee te beginnen.
Vraag feedback
Laat je ontwerp zien aan anderen. Partner natuurlijk, als je die hebt. Maar ook vrienden of familie die vaak koken. Die zien soms dingen die jij over het hoofd ziet. “Waarom heb je daar geen stopcontact?” “Is die loopruimte niet te klein?” “Past die vaatwasser daar wel?” Dat soort opmerkingen kunnen irritant zijn maar zijn wel waardevol. Ook een professional laten kijken kan helpen. Veel keukenzaken doen dat gratis. Ze kijken naar je ontwerp en geven tips. Misschien zie je iets over het hoofd. Of kan het slimmer. Of goedkoper.
Denk aan verlichting
Verlichting wordt vaak vergeten bij het ontwerpen maar het is echt belangrijk. Overdag heb je licht van het raam. Maar ’s avonds? Plafondlamp alleen is niet genoeg. Je hebt ook werkverlichting nodig. Spots onder de bovenkastjes. LED-strip in de nis. Hanglampen boven het eiland. Dimbare verlichting is ideaal. Overdag lekker fel om goed te zien. ’s Avonds zachter voor sfeer.
Vergeet opbergruimte niet
Bij het ontwerpen denk je vaak aan hoe het eruitziet. Maar vergeet niet waar alles moet. Pannen. Borden. Glazen. Voorraden. Schoonmaakmiddelen. Vuilniszakken. Dat moet allemaal ergens heen. Bereken wat je nodig hebt. Kijk naar wat je nu hebt. Tel je pannen. Tel je borden. Meet je grootste pan. Want die moet ergens passen. Slimme opbergoplossingen kunnen helpen. Uittreksystemen in hoge kasten. Carrousels in hoekkasten. Lades met indeling. Dat soort dingen maximaliseren je opbergruimte.
Begin met ontwerpen
Zelf een keuken ontwerpen is leuk en de tools maken het makkelijk. Je kunt keuken ontwerpen met 3D-planners en echt zien hoe het wordt. Neem de tijd ervoor. Het is een grote investering dus je wilt dat het goed is. En vergeet niet: het is jouw keuken. Maak wat jij fijn vindt. Niet wat trendy is of wat anderen mooi vinden. Jij moet er elke dag in werken.
